Dit verzoek wordt ingewilligd en op 2 augustus 1895 wordt een stichting opgericht die de verzameling gaat beheren en krijgt de verzameling een permanente plaats in drie zalen van het op 14-9-1895 geopende Stedelijk museum.
In de zomer van 1896 kunnen de eerste bezoekers de verzameling bewonderen.

Op 5 juli 1920 wordt met veel luister het 25 jarig jubileum van de verzameling in het Stedelijk museum gevierd. Helaas is John Anthony, die op 1 januari van dat jaar is overleden, niet meer van de partij, maar op een groepsfoto treffen wij onder de eregasten wel zijn weduwe en oudste dochter aan.

Nog maar kort na dit feestelijk jubileum besluit de danmalige directeur van het stedelijk museum de heer Baard in 1922 dat eenverzameling als die van de schutterij niet meer thuis hoort in het stedelijk museum. Er ontstaat nu een jarenlang getouwtrek en gekonkel dat er uiteindelijk toe leidt dat in maart 1927 een heel klein deel van de verzameling een plaatsje krijgt in het dan nieuwe Amsterdams Historisch museum in de Waag. De boeken, penningen en prenten werden in 1932 overgebracht naar het Koninklijk Oudheidkundig genootschap, terwijl het overgrote deel van de realia (uniformen, wapens, trommels, etc.) voor 29 jaar in bruikleen ging naar het Legermuseum.

Tijdens de tweede wereldoorlog bevond het legermuseum zich in het kasteel Doorwerth. Toen dit kasteel in 1944-1945 door oorlogshandelingen werd verwoest was de collectie realia van de Historische verzameling daar nog aanwezig.
Door de toenmalige directie van het Legermuseum, dat inmiddels naar Leiden was verhuisd, is toen het verhaal in de wereld gebracht als zou de verzameling vernietigd zijn. Niets is echter minder waar, want veel is er in 1945 nog onder het puin van het kasteel teruggevonden, hetgeen tot op de dag van vandaag in het Legermuseum (thans in Delft) aanwezig is. En dan natuurlijk nog het overige deel van de verzameling (prenten, foto's, boeken, en penningen), dat ongeschonden bewaard is gebleven bij het KOG in het Rijksmuseum te Amsterdam. Daarnaast bevinden zich ook artikelen in het Rijksmuseum zelf, en zijn er artikelen in het Amsterdams Historisch museum en het Stedelijk museum achtergebleven, echter doorgaans niet geďdentificeerd als tot de verzameling behorende.

Toen uiteindelijk in de jaren na de tweede wereldoorlog het stichtingsbestuur uitstierf is het eigendom van de verzameling overgegaan naar het KOG, waar de collectie prenten, foto's, portretten, boeken en penningen nu wordt beheerd door de commissie Burgerbewapening en Schutterij. Deze commissie is thans druk doende de verzameling beter toegankelijk te maken en er meer bekendheid aan te geven.

De Historische Verzameling der Schutterij

De Historische Verzameling der Schutterij te Amsterdam is een grote verzameling prenten, penningen, boekwerken , foto's, portretten en andere documenten betreffende de Schutterij in Nederland.
Deze verzameling is in het bezit van van het
Koninklijk Oudheidkundig Genootschap (K.O.G.) in het Rijksmuseum te Amsterdam.

Eén van de personen uit mijn genealogie, John Anthony Jochems is samen met de eerste luitenant Mr. E. J. van Someren Brand in 1884 de grondlegger van deze verzameling
John Anthony werd geboren op 1 september 1836. Na een fraaie militaire cariere in het leger ging hij op 3 februari 1883 over naar de schutterij van Amsterdam als Kapitein Adjudant. Omdat er in de magazijnen van de schutterij erg veel materiaal lag dat dreigde vernietigd te zullen worden, werd in 1884 het idee geboren om een verzameling over de schutterij op te richten.
Dankzij een grote inspanning, de hulp van veel vrijwilligers en giften van gulle gevers groeide de verzameling zeer snel. Zo snel dat in 1891 een verzoek aan de gemeente Amsterdam wordt gedaan om een plaats voor de verzameling te krijgen in het dan te bouwen Stedelijk museum.
John Anthony Jochems